Synagoge Delft
 
 

Voor u ligt het aprilnummer van het Magazine Synagoge Delft. Ook deze maand trakteren wij u op een gevarieerde inhoud over de Joodse geschiedenis en cultuur in het algemeen en die van Delft in het bijzonder. Extra blij zijn wij met de tweede gastbijdrage van Willem Jan Pijnacker Hordijk over de historie van Joods Delft. Ook u bent van harte welkom om uw ontboezemingen met ons te delen. Naast al het goede dat de Joodse cultuur ons biedt, zijn er ook veel treurige gebeurtenissen uit onze geschiedenis die in april en mei herdacht worden. Begin mei kunt u een speciale aflevering van dit Magazine verwachten die geheel gewijd is aan de herdenking van de gruwelen uit de Tweede Wereldoorlog.
In april zijn in Israël diverse herdenkingsdagen die wij hier voor u opsommen.

Jom ha Sjoa, herdenking van de 6 miljoen Joden die tijdens de Tweede Wereldoorlog vermoord zijn, dit viel dit jaar op 8 april. Deze dag wordt door Joden in ere gehouden en ook een aantal instanties in Nederland hebben een Sjoa herdenking. Bijvoorbeeld de Kloosterkerk in Den Haag. Sjoa betekent verbranding.
Dodernherdenkjingen in Israel worden in het hele land vooraf gegaan door een sirene, iedereen, waar dan ook stopt met zijn werk, stapt uit de auto en is 2 minuten stil.
Druk op de link om te zien hoe het gaat in Israel bij de herdenking van de doden:
zo herdenkt Israël zijn doden.
 
Jom Hazikaron viel dit jaar op 14 april. Dit is de dag waarop alle soldaten herdacht worden die gevallen zijn tijdens de oorlogen in Israël sinds 1948. In elke stad of dorp leest men de namen van de gevallenen en laat men hun foto’s zien.
Jom Haatsmaoet viel op 15 april. Dit is de viering van de stichting van de staat Israël. Ben Goerion riep de onfhankelijkheid uit in 1948.
 
De redactie wenst iedereen sterkte in deze lastige tijd. 
 
 
 
Met Sjavoeot herdenken de joden dat God de Tien Geboden naar de aarde zond. Dat was het begin van de joodse wetten en leefregels. De Geboden werden vierduizend jaar geleden ontvangen door Mozes op de berg Sinaï in de vorm van de Stenen Tafelen.
 
7 weken
Dit gebeurde zeven weken nadat het joodse volk uit slavernij in Egypte was bevrijd. Sjavoeot valt dan ook zeven weken na Pesach, op de zesde en zevende dag van de joodse maand Sivan. Vanwege die zeven weken heet dit feest ook wel het Wekenfeest.
 
Oogstfeest
Sjavoeot duurt twee dagen, waarop joden niet mogen werken. Net als Pesach was het van oorsprong een oogstfeest. Van Pesach tot aan Sjavoeot kon de gerst van het land worden gehaald. Daarna waren de tarwe, dadels en olijven aan de beurt. Maar al in de derde eeuw vierde men daarbij het geschenk van de Wet.
Sjavoeot wordt nu vooral in de synagoge gevierd, het joodse gebedshuis. De synagoge is mooi versierd met bloemen, fruit en groen. De berg Sinaï was daar namelijk helemaal mee bedekt toen Mozes de Tien Geboden naar beneden bracht. De geboden worden plechtig voorgelezen. Thuis eet je veel gerechten met melk, want dat is net zo voedzaam voor je als de goddelijke leefregels.
 
Hier het recept voor blintzes, een zeer gewaardeerd dessert in Israël of gewoon lekker bij een kopje thee of koffie.
 
100 gram tarwebloem, snufje zout
2 eieren
1 dl water en 1 dl melk.
1 bakje mascarpone of hüttenkäse
2 theelepels honing en twee theelepels suiker
Maak kleine (10 tot 15cm) dunne pannenkoekjes.van de bloem, de eieren, het water en de melk.
Meng voor de vulling de mascarpone met de honing, de suiker en de eidooier.
Leg een beetje van het mengsel op een pannenkoekje en rol het op. Leg ze in een schaal en zet ze een kwartier in een oven van 190 graden
Je kunt de gevulde pannenkoekjes ook om en om bakken in de koekenpan
Serveer op een bordje twee blintzes, een bolletje ijs, een beetje slagroom, een paar plakjes vruchten en eventueel een beetje likeur. Eet smakelijk.
 
 
Joodse Humor
 
 
De witz
Sinds we deze rubriek in het Magazine Synagoge Delft zijn gestart, doet zich een bijzonder verschijnsel voor. In twee joodse tijdschriften namelijk het NIW ( Nieuw Israelisch Weekblad) en in het blad van Benjamin worden uitgebreide artikelen aan “joodse humor” gewijd. Is dit toeval of zit hier meer achter?

In de Benjamin (nr. 123) schrijft Karin Anstadt over ”Joodse Humor: een serieus onderwerp”. Waar komt Joodse humor vandaan? Verschilt de Joodse humor per regio? Hoe is het met hedendaagse Joodse humor gesteld?
Als bron van veel Joodse humor wordt het boek “Der Jüdische Witz” (1960) van Salcia Landmann aangehaald. Toevallig is dit boek ook in ons bezit. Het omvat 700 pagina’s aan witzen en toelichtingen en is een bron van inspiratie. De witz nodigt niet alleen uit tot lachen, maar heeft vaak ook tragiek, dilemma en wijsheid in zich en soms alles tegelijkertijd. Kortom, in een witz kan de hele "Joodse Condition Humaine" bevatten.

De bejaarde Kohn in Berlijn wordt omringd door een groep schandalige nazi's, die hem tegen de grond slaan en hem spottend vragen: “Jood, wie is verantwoordelijk voor de oorlog?”
De kleine Kohn is niet gek. “De joden," antwoordt hij, “en de fietsers".
“Waarom de fietsers? ", vragen de nazi's. “Waarom de joden? ", antwoordt de oude man
.

Ook uit "Der Jüdische Witz":
In het oude Rusland is een beer ontsnapt uit een rondreizend circus. De politie maakt bekend dat iedereen het gevaarlijke beest mag doodschieten. Jankel Weinberg treft voorbereidingen om te vluchten. "Waarom wil je weglopen?", vragen de mensen. "Ze zijn in staat om op mij te schieten", legt Jankel uit. "Ga ze dan achteraf maar 's bewijzen dat jij de beer niet bent!"

Nog meer Joodse wijsheden: “Ik ben trots, dat ik een jood ben. Ook al was ik niet trots, dan was ik toch een jood. Ben ik maar liever meteen trots.”

“Waarom leven de Joden verstrooid over de hele wereld? Opdat ze maar beter bij elkaar uit de buurt kunnen blijven.”

Zelfkritiek komt in de Joodse humor geregeld voor. Maar hoe kunnen we de echte zelfkritische witz onderscheiden van de antisemitische mop? Dat is niet moeilijk: Alleen in de echte witz komen werkelijke gebreken en zonden voor en niet de door antisemieten bedachte.
Over ethiek gesproken:
Bram vraagt aan zijn vader: “Wat is eigenlijk ethiek?” Vader: “Ik zal je een voorbeeld geven: Er komt in de zaak een klant en hij koopt voor € 66 spullen. Hij betaalt met een briefje van € 100. Even later zie ik dat hij het wisselgeld heeft laten liggen.”
“Let op, nu begint de ethiek. Zal ik het geld zelf houden of zal ik het delen met mijn compagnon?”


In het NIW (nr.20) schrijft Bart Smit een artikel over de prominente rol die de Joden hebben gespeeld in de Amerikaanse komediewereld. Bekende namen als de Marx Brothers, Woody Allen, Danny Kaye, Mel Brooks, Lenny Bruce, Eddy Cantor, Jerry Lewis en Jack Benny komen voorbij. Ook meer recente comedians als Jerry Seinfeld en Joan Rivers worden genoemd. Terecht wordt gewezen naar de prachtige en hilarische serie “The Marvelous Mrs Maisel”, (nu te zien op Amazon Prime). Hierin komt de worsteling van een jonge vrouw uit een New Yorks Joods milieu naar voren om zichzelf op te werken tot stand-up comedian. Veel van de voornoemde komieken traden gedurende de zestiger jaren in de zomermaanden op in de Borscht Belt, de vakantiedorpen in de Catskillbergen, waar New Yorkse Joodse families hun vakanties doorbrachten. Hier vandaan probeerden deze artiesten door te dringen tot clubs, radio, televisie en het witte doek.

Een jonge Talmud-leerling, die uit Polen is vertrokken naar Amerika, komt na vele jaren terug om zijn familie te bezoeken. “En waar is je baard?”, vraagt zijn moeder. “Mama, in Amerika draagt niemand een baard’. “Maar je hebt je toch tenminste aan de Sjabbat gehouden? “Mama, business is business. In Amerika werkt iedereen op de Sjabbat”. “Maar je eet toch zeker wel nog steeds koosjer?” “Mama dat is heel moeilijk in Amerika”.
De oude dame aarzelt een moment, en dan, fluistert ze met een hese stem: “Shloime, vertel me één ding, je bent toch nog wel steeds besneden?”
(Uit The Big Book of Jewish Humor)  
 
 

De historie van Joods Delft
 
 
 
Komt allen tezamen
Ondanks dat synagoge een Oudgrieks woord is voor ‘huis van samenkomst’ (in het Hebreeuws: Beit Knesset) zit samenkomen er al een jaar niet meer in. Altijd en overal willen ook Joden bij elkaar zijn en elkaar opzoeken. Maar in de coronapandemie is deze corebusiness verboden of sterk ontmoedigd. Samenkomen kan ook zonder synagoge. Waar kwamen de Delftse Joden bij elkaar vóórdat daar de synagoge gebouwd was?
Er bestaan haast geen vereisten voor een synagoge. Het minimum is dat er een kast is, de (heilige) ark genaamd, waarin één of meerder kostbare boekrollen staan opgeborgen en een bima, een soort brede lessenaar, waarop de boekrol uitgerold en dan voorgelezen kan worden. Het is helemaal ideaal als de lijn, doorgetrokken van bima naar de ark, uitkomt in Jeruzalem. Voor de bouw van de huidige synagoge kwamen de Joden bijeen op verschillende adressen.

Het pand in de Pepersteeg was op het noorden ‘georiënteerd’. De Pepersteeg was een smalle straat die toegang verleende tot de oude Delftse binnenstad en waar maar net een auto doorheen kon. In 1938 woedde daar een grote brand zodat de kant van de oneven nummers gesloopt moest worden. Daarna kon de straat verbreed worden en werd de naam veranderd in Peperstraat. Vóór de brand was op nummer 8 een kruidenier te vinden en hierboven woonde de Joodse familie van koopman Machiel Samuel Winkel. In dit pand zijn nu andere “kruiden” te koop. Er is nu een coffeeshop gevestigd die berucht geworden is door gepeperde aanslagen… We gaan weer terug in de tijd. Hun daar inwonende neef Leon Winkel (1847-1900) studeerde in Delft, werd civiel ingenieur en ontwierp de unieke Delftse synagoge en werd daardoor dus architect. Lang voordat het zover was, kwamen op hun zolder of bovenkamer Joden regelmatig bij elkaar. Toen dat niet meer voldeed, vonden zij een samenkomstplaats elders in de binnenstad, namelijk in de Choorstraat, waar veel Joodse middenstanders woonden en werkten.
 
 
 
De Delftse Choorstraat. Negentiende-eeuws schilderij van Petrus Gerardus Vertin (1819-1893), waarop de samenkomstplaats mogelijk waarheidsgetrouw staat afgebeeld.
 
 

En nu raak ik het spoor kwijt. In het boek 'Blijvers en voorbijgangers Joden in Delft 1850-1960' wordt op pagina 89 Choorstraat 18 genoemd als adres voor die bijeenkomsten. Maar dat lijkt mij onwaarschijnlijk. Het enige adres waar je in het bevolkingsregister van de jaren 1850-1860 Joodse bewoners aantreft in de Choorstraat (althans aan de noordzijde) is het adres Wijk 5 -119, later Choorstraat 46, op de hoek van de Cellebroersteeg. Het was ‘een ruimte naast de Latijnse school op de hoek van de Choorstraat en de Cellebroersteeg / Cellebroerstraat die uiteindelijk ook te klein werd.’ Uit een advertentie in de Delftse Courant van 1867 blijkt dat in Choorstraat 46 op de hoek van de Celleboersteeg, hier de Joodse ondernemer textielhandelaar Andries de Groot woonde, en later ook Levi Polak en Judith Cohen. Wat wel opvalt is dat in dit pand aan het begin van de tweede wereldoorlog nog steeds een Joodse ondernemer zat, Daniël van IJssel, die helaas in januari 1944 in Auschwitz is vermoord. Het pand werd na de oorlog eigendom van de redelijk bekende journalist Meyer Sluiser, familie van de overledene. Maar dat is 15 panden verwijderd van de Latijnse school, dus niet direct ernaast. De Latijnse school was echter op nummer 16. Dat pand was tot 1884 eigendom van de Gemeente Delft. Het lijkt onwaarschijnlijk dat de Joodse gemeenschap in lokalen van die school samenkwam en ook niet in een andere ruimte die van de overheid werd gehuurd. Bovendien, mocht dit wel het geval zijn geweest, dan was daarvan al veel eerder een bewijs in de overheidsadministratie opgedoken. Volgens mij moet het toch gezocht worden in particuliere bezittingen van Joodse burgers. Het moet een ruimte zijn geweest toebehorend aan een particuliere vereniging, namelijk een begrafenisfonds. Ik denk dan aan het pand op nummer 14, maar zeker weten doe ik het niet. U wel? Hebt u de gouden tip voor mij?

In 1858 telde de Joodse gemeente 147 leden en werd besloten tot de bouw van een eigen synagoge in Delft. Delft had omstreeks 1860 op ruim twintigduizend inwoners ook 167 Joden binnen haar poorten. De voorzitter van de bouwcommissie van de synagoge was dus de ontwerper Leon Winkel. De synagoge aan de Koornmarkt, feestelijk geopend in 1862, is mede uniek voor Nederland omdat zij ontworpen is door een Jood. Dáár wilde men in het vervolg samenkomen.
Er valt nog veel meer te vertellen. Hopelijk kunnen we binnenkort weer samenkomen en wandelen door Joods Delft. Belangstellenden staan in verband met corona nu nog op de wachtlijst Wilt u zich aansluiten? Opgave in principe kan via deze website

Shalom,
Willem Jan Pijnacker Hordijk
 
        Spreuken uit de Talmoed
 
  1. Iemand die barmhartig en rechtvaardig is, verbreidt goedheid in de wereld.
  2. Wat een kind op straat zegt, zeggen de ouders thuis.
  3. In je eigen omgeving is je reputatie van belang. In een vreemde omgeving is je kleding belangrijk.
  4. Loon dient te worden betaald als het werk voltooid is.
  5. Het is gemakkelijker een man tot bedaren te brengen dan een vrouw: de eerste man werd gevormd uit het zachte stof der aarde maar de eerste vrouw werd geschapen uit een hard bot.
  6. Er zijn acht dingen waarvan 'met mate' goed is en 'teveel' verkeerd: reizen, geslachtsgemeenschap, rijkdom, werk, wijn, slaap, kruidige dranken en geneesmiddelen.
 
Woorden in de Nederlandse taal met een joodse oorsprong

Hoe hebben woorden zich in de Nederlandse taal kunnen nestelen vanuit het Jiddisch en het Hebreeuws? Hoe heeft deze overdracht plaatsgevonden? Enerzijds zullen we dan moeten kijken naar de wijze waarop vooral Asjkenazische Joden uit Duitsland en Oost-Europa zich na 1600 in Nederland hebben gevestigd en zijn geïntegreerd in de bevolking. En verderop schenken wij aandacht aan het ontstaan van het Jiddisch.

Vanwege de uitsluiting van de Joden ten opzichte van allerlei beroepen moesten zij zich in levensonderhoud voorzien in de handel, als sjacheraar, voddenman, straatventer etc. en ze leefden vaak in de armste lagen van de bevolking. Hierdoor trad een vermenging op met het Bargoens, een minderheidstaal die in Nederland tot de eerste helft van de twintigste eeuw werd gehanteerd door voornamelijk daklozen, zogenoemde landlopers, rondtrekkende handelaren, (markt)kooplieden, kermisklanten en onderwereldfiguren. In de volksmond wordt hierdoor dikwijls gesproken van een dieventaal of geheimtaal. De overgenomen Jiddische woorden werden vaak verbasterd. Een voorbeeld hiervan is jadmoos (Jidd.: Handgeld). In het Bargoens is het verbasterd tot dief of zwendelaar. Het daarvan afgeleide jatmouzen, wat in het Jiddisch niet voorkomt, heeft de betekenis gekregen: kleine diefstallen plegen. De Amsterdamse volkstaal ontleent ook nu nog vele voorbeelden uit het Bargoens en Jiddisch.
Het Jiddisch is in de vroege middeleeuwen in Duitsland ontstaan. Het komt voort uit het Middelhoogduits en bevat nog steeds oude woorden die in het moderne Hoogduits niet meer voorkomen. Buiten de Middelhoogduitse oorsprong is er ook invloed van oudere lagen. Een belangrijke component vormen de Hebreeuwse en Aramese woorden. Zij vermengen en ontwikkelen zich met de Duitse bestanddelen. Een klein aantal voorkomende woorden heeft een Romaanse achtergrond. Die werd door de Joden meegenomen toen ze naar het noorden trokken.

Een bijzonder woord is bij voorbeeld falderappes (ordinaire lui, schorem) in het Nederlands onder ouderen nog wel bekend. In het Duitse Jiddisch als chalderappes voorkomend, maar mogelijk terug te voeren op het Romaanse gualdrapa (paardendek, dekkleed). In de Middeleeuwen ook “van de mantel afhangend vod”. Een andere bijzonderheid is het, uit het Portugees door Sefardische Joden meegebrachte, woord deisje, gedeist houden (hou je stil) (Jidd. Deische; Port. Deixe). Dit heeft nog een Bargoense afleiding: niet doorslaan.
Dan komen we nog bij de “echt” Nederlandse uitdrukkingen “zoals een zeperd halen”, “in de smiezen hebben”, “een smeerkees”, “alles kits”, “een bolleboos”, die allemaal terug te voeren zijn tot een Jiddische of Hebreeuwse oorsprong.
zeperd (mislukking, afgang) (Hebr. Zebhel: mest,drek; Jidd. Zeibel),
smiezen (in de gaten hebben) (Hebr. Sjemiera: toezicht, bewaking),
smeerkees (viezerik) (Jidd. sj(e)miere en ches (schmierkӓs))
alles kits (in orde)( Jidd. gietes (Gute))
bolleboos (belangrijk persoon) (Hebr. ba'al ha-bajiet: heer des huizes; Jidd. baal habojes)
Ook onverwacht nog het woord Koefnoen (gratis, voor niks) ironisch bedoelde afkorting van Koscht Niks en houdt verband met de letters van het Hebreeuwse alfabet Kuf (K) en Nun (N).

 
 
Cultuurtips
 
 
 
Televisie
 
 
George en Eran worden racisten.
NPO3  30 april om 23.20
Muziektheater door een Syrische en een Israëlische acteur
 
In deze actuele komedie zoeken de bruine vrienden George & Eran samen met het witte zangduo Nordgrond naar de (on)mogelijkheid om er samen uit te komen als het gaat om ongelijkheid en discriminatie in Nederland.
Met een flinke dosis vrolijke boosheid zal niemand de ander iets ontzien. Want wij zijn van goede wil hè, vergeet dat niet!
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Uitzending gemist
 
 
 Claudia de Breij maakte een mooie voorstelling over Heintje Davids. En toen kwam corona. Deze documentaire over wording van de voorstelling was 26 april te zien op de TV. Heeft u het toen gemist, dan raden wij u dit programma van harte aan.
 
 
 
 
Reacties
 
Wij hopen dat u genoten heeft van dit nummer. Wij stellen het enorm op prijs als u ons vertelt wat u ervan vindt. Mocht u actief willen bijdragen aan dit magazine dan verzoeken wij u om uw bijdrage via dit emailadres naar ons te sturen.
 
Colofon:
Hoofdredactie: Bert Koe en Flip de Liema
Medewerkers: Nelli van den IJssel, Rudi Westerveld, Jan Paul Peters
Gastbijdrage van: Willem Jan Pijnacker Hordijk